MCDD
MCDD is de afkorting van de Engelse term Multiple Complex Developmental Disorder.
In het Nederlands: Meervoudige complexe ontwikkelingsstoornissen.
Deze stoornis wordt beschouwd als een variant van bepaalde autistische stoornissen. MCDD is nog niet officieel opgenomen in het algemeen gebruikte psychiatrisch handboek (de DSM), maar wordt als beschrijving van bepaalde psychiatrische problemen van kinderen al wel regelmatig door kinder- en jeugdpsychiaters gebruikt.
Regulatieproblemen
Hoewel MCDD wordt beschouwd als een variant van het autisme of PDD-NOS, staan bij kinderen met MCDD niet de contactproblemen op de voorgrond maar de problemen bij het reguleren van emoties en gedachten.
Een beetje angst ontaardt bij hen meteen in paniek, een beetje boosheid wordt razernij. Hun veel te sterke fantasie zorgt ervoor dat hun gedachten met hen op de loop kunnen gaan, waardoor fantasie en werkelijkheid niet meer uit elkaar worden gehouden.
Soms vertellen ze over 'stemmetjes' of 'mannetjes' in hun hoofd die hen regeren zonder dat ze zich daartegen kunnen verzetten. Het regulatiemechanisme, de innerlijke thermostaat die emoties en gedachten in evenwicht houdt, werkt bij hen kennelijk minder goed.
Zicht op sociale verhoudingen
Kinderen met MCDD nemen wel initiatieven tot contact met anderen, maar missen vaak het vermogen sociale verhoudingen goed te doorzien. In de geborgenheid en veiligheid van een één-op-één-relatie met een volwassene kunnen ze vaak redelijk functioneren. Het gaat mis zo gauw de situatie complexer of minder overzichtelijk wordt.
Op het schoolplein, in de winkel, op het verjaardagspartijtje, op het familiefeest ontsporen deze kinderen heel snel en reageren dan met angst of woede.
Kenmerken:
De symptomen van MCDD zijn te verdelen in drie groepen.
1. Stoornissen in de regulatie van affecten (angst en agressie: angst schiet
door in paniek, boosheid in woede)
* intense angst of gespannenheid
* vreesachtigheid of fobie (ziekelijke vrees), meestal voor ongebruikelijke
situaties of voorwerpen
* paniekaanvallen of 'overspoeld worden door primitieve angsten'
* momenten of periodes van gedragsmatige terugval met driftbuien of
primitieve woedeaanvallen
* uitgesproken emotionele en stemmingsschommelingen zonder duidelijk
aanwijsbare aanleiding
* frequente oninvoelbare, bizarre angstreacties
2. Stoornissen in de gevoeligheid voor sociale signalen en stoornissen in het
sociale gedrag in relatie tot leeftijdgenoten en volwassenen
* sociale desinteresse, vermijding van sociale contacten of grenzeloze
contactname, ondanks aanwezige sociale vaardigheden
* ontbreken van bestendige relaties met leeftijdgenoten
* aanklampende 'haat-liefderelaties', met name met volwassenen (in het
bijzonder ouders/primaire verzorgers)
* diep gebrek aan empathie en het vermogen om zich te verplaatsen in de
gedachten en gevoelens van anderen
3. Stoornissen van het denken (onnavolgbaar van de hak op de tak springen,
bizarre fantasieën, geheel opgaan in fantasieën, moeite hebben met het
onderscheid tussen fantasie en werkelijkheid)
* onlogische gedachtengang of plotselinge onnavolgbare gedachtesprongen
(magisch denken, neologismen, bizarre gedachten)
* verwarring tussen fantasie en realiteit
* gemakkelijk verward raken (moeite met het begrijpen van wat er om
hen heen gebeurt)
* overwaardige gedachten (grootheidsideeën, verhoogde achterdocht,
teveel in fantasiefiguren verstrikt raken, imaginaire vrienden)
MCDD is de afkorting van de Engelse term Multiple Complex Developmental Disorder.
In het Nederlands: Meervoudige complexe ontwikkelingsstoornissen.
Deze stoornis wordt beschouwd als een variant van bepaalde autistische stoornissen. MCDD is nog niet officieel opgenomen in het algemeen gebruikte psychiatrisch handboek (de DSM), maar wordt als beschrijving van bepaalde psychiatrische problemen van kinderen al wel regelmatig door kinder- en jeugdpsychiaters gebruikt.
Regulatieproblemen
Hoewel MCDD wordt beschouwd als een variant van het autisme of PDD-NOS, staan bij kinderen met MCDD niet de contactproblemen op de voorgrond maar de problemen bij het reguleren van emoties en gedachten.
Een beetje angst ontaardt bij hen meteen in paniek, een beetje boosheid wordt razernij. Hun veel te sterke fantasie zorgt ervoor dat hun gedachten met hen op de loop kunnen gaan, waardoor fantasie en werkelijkheid niet meer uit elkaar worden gehouden.
Soms vertellen ze over 'stemmetjes' of 'mannetjes' in hun hoofd die hen regeren zonder dat ze zich daartegen kunnen verzetten. Het regulatiemechanisme, de innerlijke thermostaat die emoties en gedachten in evenwicht houdt, werkt bij hen kennelijk minder goed.
Zicht op sociale verhoudingen
Kinderen met MCDD nemen wel initiatieven tot contact met anderen, maar missen vaak het vermogen sociale verhoudingen goed te doorzien. In de geborgenheid en veiligheid van een één-op-één-relatie met een volwassene kunnen ze vaak redelijk functioneren. Het gaat mis zo gauw de situatie complexer of minder overzichtelijk wordt.
Op het schoolplein, in de winkel, op het verjaardagspartijtje, op het familiefeest ontsporen deze kinderen heel snel en reageren dan met angst of woede.
Kenmerken:
De symptomen van MCDD zijn te verdelen in drie groepen.
1. Stoornissen in de regulatie van affecten (angst en agressie: angst schiet
door in paniek, boosheid in woede)
* intense angst of gespannenheid
* vreesachtigheid of fobie (ziekelijke vrees), meestal voor ongebruikelijke
situaties of voorwerpen
* paniekaanvallen of 'overspoeld worden door primitieve angsten'
* momenten of periodes van gedragsmatige terugval met driftbuien of
primitieve woedeaanvallen
* uitgesproken emotionele en stemmingsschommelingen zonder duidelijk
aanwijsbare aanleiding
* frequente oninvoelbare, bizarre angstreacties
2. Stoornissen in de gevoeligheid voor sociale signalen en stoornissen in het
sociale gedrag in relatie tot leeftijdgenoten en volwassenen
* sociale desinteresse, vermijding van sociale contacten of grenzeloze
contactname, ondanks aanwezige sociale vaardigheden
* ontbreken van bestendige relaties met leeftijdgenoten
* aanklampende 'haat-liefderelaties', met name met volwassenen (in het
bijzonder ouders/primaire verzorgers)
* diep gebrek aan empathie en het vermogen om zich te verplaatsen in de
gedachten en gevoelens van anderen
3. Stoornissen van het denken (onnavolgbaar van de hak op de tak springen,
bizarre fantasieën, geheel opgaan in fantasieën, moeite hebben met het
onderscheid tussen fantasie en werkelijkheid)
* onlogische gedachtengang of plotselinge onnavolgbare gedachtesprongen
(magisch denken, neologismen, bizarre gedachten)
* verwarring tussen fantasie en realiteit
* gemakkelijk verward raken (moeite met het begrijpen van wat er om
hen heen gebeurt)
* overwaardige gedachten (grootheidsideeën, verhoogde achterdocht,
teveel in fantasiefiguren verstrikt raken, imaginaire vrienden)