Syndroom van Asperger
Het Syndroom van Asperger behoort tot de autisme spectrum stoornissen (ASS) en is vernoemd naar de Weense kinderarts Hans Asperger. Er is al veel bekend over dit syndroom, maar door voortschrijdend onderzoek worden nog steeds nieuwe theorieën ontwikkeld.
Overeenkomsten en verschillen tussen autisme en Asperger
Er zijn twee belangrijke overeenkomsten tussen mensen met klassiek autisme en het Asperger syndroom:
* problemen met de sociale communicatie
* beperkte interessegebieden en herhalingsgedrag
Maar er zijn ook twee grote verschillen:
* bij het Asperger syndroom is het IQ ten minste gemiddeld en er is geen
sprake van een vertraagde taalontwikkeling
* bij klassiek autisme (en PDD-NOS) is ieder IQ-niveau mogelijk en is er
wel sprake van een vertraagde taalontwikkeling
Wat betekent nu Asperger volgens de DSM-IV?
In de DSM-IV wordt de stoornis als volgt omschreven:
* kwalitatieve beperkingen in de sociale interactie.
Er moet sprake zijn van ernstige beperkingen die de kwaliteit van leven in de sociale context sterk bemoeilijkt.
Zoals blijkt uit ten minste twee van de volgende aandachtsgebieden:
- Duidelijke stoornissen in het gebruik van veel gelijksoortige vormen
van lichaamstaal, (veelvoudig non-verbaal gedrag) zoals oogcontact,
gezichtsuitdrukkingen, lichaamshouding en gebaren om de sociale
contacten met een ander (sociale interactie) communicatie over en
weer te bepalen.
- Er niet in slagen met leeftijdgenoten tot relaties/vriendschappen te
komen die passen bij het ontwikkelingsniveau.
- Tekort in het spontaan proberen met anderen plezier, bezigheden of
prestaties te delen (bijvoorbeeld het niet laten zien, brengen of
aanwijzen van voorwerpen die van betekenis zijn).
- Afwezigheid van sociale of emotionele belangstelling in een ander of
afwezigheid van sociale of emotionele belangstelling niet ervaren als
belangrijk voor zichzelf. (wederkerigheid).
* beperkte, zich herhalende standaard vaste (stereotiepe) patronen van gedrag, belangstelling en activiteiten.
Zoals blijkt uit ten minste één van de volgende punten:
- Er is sprake van een stoornis in de verbeelding. Preoccupatie ofwel
sterke mate van herhalend denken en doen / gefixeerd bezig zijn met
één of meer stereotiepe en beperkte patronen van belangstelling die
abnormaal is ofwel in intensiteit ofwel in richting.
- Duidelijk overdreven stijf/strak/scherp (rigide) vastzitten aan
specifieke niet-functionele routines of rituelen.
- Stereotiepe en zich herhalende maniërismen (bijzondere expressieve
motorische bewegingen zoals; bijvoorbeeld fladderen, draaien met
hand of vingers of complexe bewegingen met het hele lichaam).
- Aanhoudende preoccupatie (sterk éénzijdig gericht zijn op/met)
delen van voorwerpen.
Kenmerken van het Syndroom van Asperger
Het Syndroom van Asperger is een stoornis in het autistisch spectrum. Op grond van onderzoek zijn er bepaalde kenmerken voor het Asperger opgesteld. De algemene kenmerken kunnen zich per kind anders uiten. Ook hoeven niet alle kenmerken aanwezig te zijn om de diagnose te kunnen stellen.
Het Syndroom van Asperger behoort tot de autisme spectrum stoornissen (ASS) en is vernoemd naar de Weense kinderarts Hans Asperger. Er is al veel bekend over dit syndroom, maar door voortschrijdend onderzoek worden nog steeds nieuwe theorieën ontwikkeld.
Overeenkomsten en verschillen tussen autisme en Asperger
Er zijn twee belangrijke overeenkomsten tussen mensen met klassiek autisme en het Asperger syndroom:
* problemen met de sociale communicatie
* beperkte interessegebieden en herhalingsgedrag
Maar er zijn ook twee grote verschillen:
* bij het Asperger syndroom is het IQ ten minste gemiddeld en er is geen
sprake van een vertraagde taalontwikkeling
* bij klassiek autisme (en PDD-NOS) is ieder IQ-niveau mogelijk en is er
wel sprake van een vertraagde taalontwikkeling
Wat betekent nu Asperger volgens de DSM-IV?
In de DSM-IV wordt de stoornis als volgt omschreven:
* kwalitatieve beperkingen in de sociale interactie.
Er moet sprake zijn van ernstige beperkingen die de kwaliteit van leven in de sociale context sterk bemoeilijkt.
Zoals blijkt uit ten minste twee van de volgende aandachtsgebieden:
- Duidelijke stoornissen in het gebruik van veel gelijksoortige vormen
van lichaamstaal, (veelvoudig non-verbaal gedrag) zoals oogcontact,
gezichtsuitdrukkingen, lichaamshouding en gebaren om de sociale
contacten met een ander (sociale interactie) communicatie over en
weer te bepalen.
- Er niet in slagen met leeftijdgenoten tot relaties/vriendschappen te
komen die passen bij het ontwikkelingsniveau.
- Tekort in het spontaan proberen met anderen plezier, bezigheden of
prestaties te delen (bijvoorbeeld het niet laten zien, brengen of
aanwijzen van voorwerpen die van betekenis zijn).
- Afwezigheid van sociale of emotionele belangstelling in een ander of
afwezigheid van sociale of emotionele belangstelling niet ervaren als
belangrijk voor zichzelf. (wederkerigheid).
* beperkte, zich herhalende standaard vaste (stereotiepe) patronen van gedrag, belangstelling en activiteiten.
Zoals blijkt uit ten minste één van de volgende punten:
- Er is sprake van een stoornis in de verbeelding. Preoccupatie ofwel
sterke mate van herhalend denken en doen / gefixeerd bezig zijn met
één of meer stereotiepe en beperkte patronen van belangstelling die
abnormaal is ofwel in intensiteit ofwel in richting.
- Duidelijk overdreven stijf/strak/scherp (rigide) vastzitten aan
specifieke niet-functionele routines of rituelen.
- Stereotiepe en zich herhalende maniërismen (bijzondere expressieve
motorische bewegingen zoals; bijvoorbeeld fladderen, draaien met
hand of vingers of complexe bewegingen met het hele lichaam).
- Aanhoudende preoccupatie (sterk éénzijdig gericht zijn op/met)
delen van voorwerpen.
Kenmerken van het Syndroom van Asperger
Het Syndroom van Asperger is een stoornis in het autistisch spectrum. Op grond van onderzoek zijn er bepaalde kenmerken voor het Asperger opgesteld. De algemene kenmerken kunnen zich per kind anders uiten. Ook hoeven niet alle kenmerken aanwezig te zijn om de diagnose te kunnen stellen.
Algemene kenmerken van syndroom van Asperger
· Naast een normale tot hoge intelligentie, zien we bij kinderen en volwassenen met Asperger vaak de volgende
kenmerken:
· Moeite met het aangaan en onderhouden van contacten en vriendschappen
· Moeite om een gesprekspartner recht in de ogen te kijken
· Moeite met het uiten van en omgaan met emoties (bijvoorbeeld niet kunnen inschatten of iets als grap of serieus
bedoeld is)
· Gebrek aan empathie (inlevingsvermogen)
· Moeite met het begrijpen van sociale regels en non-verbale
communicatie
· Monotone stem en een weinig expressieve gelaatsuitdrukking
· Zich afsluiten van de buitenwereld
· Een fascinatie met onderwerpen of interesses die afwijkend zijn in
intensiteit of soort (preoccupaties)
· Motorische onhandigheid (houterige motoriek) en coördinatie-
problemen
· Overgevoeligheid voor geluiden, geuren of aanrakingen
Kenmerken per leeftijd
Kinderen met Asperger verschillen net zo van elkaar als andere kinderen. Daarnaast verschillen de kenmerken ook per leeftijd. Er zijn kenmerken beschreven voor kleuters, basisschoolkinderen en pubers.
In diverse publicaties komen we beschrijvingen van kenmerken van Asperger per leeftijd tegen. Het betreft kenmerken van de volgende leeftijdsgroepen:
Kleuters met Asperger
De kleuters worden beschreven als kinderen die óf niet geïnteresseerd zijn in het spelen met andere kinderen, óf het spel van andere kinderen verstoren door hun eigen regels eigenzinnig te willen doorvoeren. Ze hebben moeite instructies op te volgen en vallen op door hun aparte gezichtsuitdrukkingen, wijze van lopen, spraak en stemgeluid.
Er zijn specifieke interesses die meer gedeeld worden met volwassenen dan met leeftijdgenoten. Volwassenen, met name ouders, kunnen in contact met het kind proberen leeftijdseigen gedrag te stimuleren door te reageren zoals leeftijdgenoten zouden doen.
Basisschoolkinderen met Asperger
Basisschoolkinderen met ‘Asperger’ willen wel contact met leeftijdgenoten, maar weten niet hoe ze dat moeten realiseren. Ze pakken bijvoorbeeld iemand vast om met hem samen te spelen in plaats van het te vragen. Ze hebben de neiging om alles perfect te willen doen, maar weten niet hoe ze om hulp moeten vragen.
Een voorbeeld dat hierbij wordt gegeven is dat van een kind dat telkens weer een antwoord uitgumt, zelfs al is het papier al kapot.
De kinderen hebben moeite zich aan de regels te houden, zijn regelmatig van alles kwijt en roepen soms zonder enige aanleiding iets door de klas wat nergens op lijkt te slaan. De spreektrant is ouwelijk. Werken met constructiemateriaal gaat soms uitzonderlijk goed. Ze experimenteren met van alles, maar overzien geen gevaren.
Een voorbeeld hierbij is dat van een jongen die een touw over de trap had gespannen en alleen geïnteresseerd was in het feit hoe zijn broer erover zou struikelen. Dat zijn broer gevaar zou kunnen lopen, kwam niet bij hem op.
Op deze leeftijd is het raadzaam samen met het kind videobeelden van sociale situaties te bekijken en te analyseren en van commentaar en tips te voorzien.
Pubers met Asperger
In de puberteit worden de problemen in de sociale omgang steeds duidelijker, zowel voor henzelf als voor hun omgeving. Ongeschreven regels zijn voor hen dikwijls een raadsel. ´Zoiets doe je niet of zeg je niet’, is vaak op hen van toepassing.
De aansluiting mislukt ook vaak omdat er geen gedeelde interesse is. In groepen en dicht bij een ander staan kunnen ze soms niet verdragen. Ze kunnen problemen hebben om te eten waar anderen bij zijn en worden onrustig als de pauze nadert.
Ook voor docenten kan de omgang met deze leerlingen lastig zijn. Ze houden soms hardnekkig vol aan de zelf gevonden strategieën en staan nauwelijks open voor correcties. Door het trage werktempo en hun neiging tot perfectie lopen ze soms vast door de aan zichzelf gestelde eisen.
· Naast een normale tot hoge intelligentie, zien we bij kinderen en volwassenen met Asperger vaak de volgende
kenmerken:
· Moeite met het aangaan en onderhouden van contacten en vriendschappen
· Moeite om een gesprekspartner recht in de ogen te kijken
· Moeite met het uiten van en omgaan met emoties (bijvoorbeeld niet kunnen inschatten of iets als grap of serieus
bedoeld is)
· Gebrek aan empathie (inlevingsvermogen)
· Moeite met het begrijpen van sociale regels en non-verbale
communicatie
· Monotone stem en een weinig expressieve gelaatsuitdrukking
· Zich afsluiten van de buitenwereld
· Een fascinatie met onderwerpen of interesses die afwijkend zijn in
intensiteit of soort (preoccupaties)
· Motorische onhandigheid (houterige motoriek) en coördinatie-
problemen
· Overgevoeligheid voor geluiden, geuren of aanrakingen
Kenmerken per leeftijd
Kinderen met Asperger verschillen net zo van elkaar als andere kinderen. Daarnaast verschillen de kenmerken ook per leeftijd. Er zijn kenmerken beschreven voor kleuters, basisschoolkinderen en pubers.
In diverse publicaties komen we beschrijvingen van kenmerken van Asperger per leeftijd tegen. Het betreft kenmerken van de volgende leeftijdsgroepen:
Kleuters met Asperger
De kleuters worden beschreven als kinderen die óf niet geïnteresseerd zijn in het spelen met andere kinderen, óf het spel van andere kinderen verstoren door hun eigen regels eigenzinnig te willen doorvoeren. Ze hebben moeite instructies op te volgen en vallen op door hun aparte gezichtsuitdrukkingen, wijze van lopen, spraak en stemgeluid.
Er zijn specifieke interesses die meer gedeeld worden met volwassenen dan met leeftijdgenoten. Volwassenen, met name ouders, kunnen in contact met het kind proberen leeftijdseigen gedrag te stimuleren door te reageren zoals leeftijdgenoten zouden doen.
Basisschoolkinderen met Asperger
Basisschoolkinderen met ‘Asperger’ willen wel contact met leeftijdgenoten, maar weten niet hoe ze dat moeten realiseren. Ze pakken bijvoorbeeld iemand vast om met hem samen te spelen in plaats van het te vragen. Ze hebben de neiging om alles perfect te willen doen, maar weten niet hoe ze om hulp moeten vragen.
Een voorbeeld dat hierbij wordt gegeven is dat van een kind dat telkens weer een antwoord uitgumt, zelfs al is het papier al kapot.
De kinderen hebben moeite zich aan de regels te houden, zijn regelmatig van alles kwijt en roepen soms zonder enige aanleiding iets door de klas wat nergens op lijkt te slaan. De spreektrant is ouwelijk. Werken met constructiemateriaal gaat soms uitzonderlijk goed. Ze experimenteren met van alles, maar overzien geen gevaren.
Een voorbeeld hierbij is dat van een jongen die een touw over de trap had gespannen en alleen geïnteresseerd was in het feit hoe zijn broer erover zou struikelen. Dat zijn broer gevaar zou kunnen lopen, kwam niet bij hem op.
Op deze leeftijd is het raadzaam samen met het kind videobeelden van sociale situaties te bekijken en te analyseren en van commentaar en tips te voorzien.
Pubers met Asperger
In de puberteit worden de problemen in de sociale omgang steeds duidelijker, zowel voor henzelf als voor hun omgeving. Ongeschreven regels zijn voor hen dikwijls een raadsel. ´Zoiets doe je niet of zeg je niet’, is vaak op hen van toepassing.
De aansluiting mislukt ook vaak omdat er geen gedeelde interesse is. In groepen en dicht bij een ander staan kunnen ze soms niet verdragen. Ze kunnen problemen hebben om te eten waar anderen bij zijn en worden onrustig als de pauze nadert.
Ook voor docenten kan de omgang met deze leerlingen lastig zijn. Ze houden soms hardnekkig vol aan de zelf gevonden strategieën en staan nauwelijks open voor correcties. Door het trage werktempo en hun neiging tot perfectie lopen ze soms vast door de aan zichzelf gestelde eisen.